Kruiden en specerijen

Balinese Kruiden en specerijen

Balinese Kruiden en specerijen

Kruiden, specerijen en talloze andere smaakmakers brengen veel variatie in de Balinese vlees-, kip-, vis- en vegetarische gerechten. Vers limoensap (van de limo Bali), limoenblad en citroengras zorgen voor een stevig citrus­aroma. Gember en aanverwante producten (kurkuma, galangal-wortel en naar kamfer geurende kencur) gaan hand in hand met sjalotjes en knoflook, die samen met pe­per­tjes ­- van de stevige, hete tabia tot lange, dunne exemplaren – tot pasta worden gestampt. Sera (gegiste garnalenpasta) heeft een opvallende zoute smaak, terwijl de zure asem (tama­rinde) vaak de zoetheid van palmsuiker neutraliseert.


Veelgebruikte specerijen en kruiden zijn zwarte peper, kaneelstokjes, geraspte nootmuskaat, koriander, ba­silicum, pandan wangi (geurige schroefpalm) en daun salam (dat lijkt op laurierblad, maar een andere smaak heeft).

Vergeleken met de West-Sumatranen, die be­roemd zijn om hun pittige padang-gerechten, werken de Balinezen weinig met gedroogde kruiden. De kruidenpasta basa gede vormt de basis van vele Balinese gerechten. Om deze pasta een rijke smaak en stevigheid te geven worden er vaak fijngemalen kemiri-noten in verwerkt.

Hoewel vrijwel al deze smaakmakers ook elders in Indonesië worden gebruikt, weet de Balinees ze op een geheel eigen manier te combineren. Net als andere Indonesiërs passen de Balinezen in veel ge­rechten kokosmelk toe. Door de stukken kokosnoot echter op hete kolen te roosteren alvorens het sap eruit te persen, krijgen de gerechten een heerlijk, enigszins rokerig aroma.

Alle rechten voorbehouden © InfoBali.nl - Privacy - Links - Contact
Naar Boven