- Bali
- Reizen Bali
- Verblijf
- Bezienswaardigheden
- Activiteiten
- Klimaat & Omgeving
- Overige Informatie
Op Bali vraagt elke gebeurtenis van de wieg tot het graf om legitimatie door de goden. De overgang van de ene levensfase naar de andere wordt gemarkeerd met een ceremonie.
Zo wordt er voor een zwangere vrouw tussen de vijfde en zevende maand een ceremonie gehouden om er zeker van te zijn dat de baby goed blijft groeien. Tijdens de zwangerschap mogen de ouders hun haar niet knippen of helpen bij de reiniging van een
lijk voor een begrafenis. Bij de geboorte worden het vruchtwater, het bloed, het vet op de huid en de placenta beschouwd als catur sanak (de ‘vier broers en zussen’): de beschermgeesten van de baby. De placenta wordt bij het huis begraven: die van jongetjes rechts, van meisjes links. Wanneer de baby twaalf dagen oud is, onthult een medium welke voorouder gereïncarneerd is. Bij de eerste grote ceremonie (na 42 dagen) krijgt de baby zijn naam en worden demonische krachten verjaagd. Hiermee komt een eind aan de rituele verplichtingen van de ouders. Het kind mag echter pas bij de ceremonie telung bulan of tigang sasih (na drie Balinese maanden van elk 35 dagen) de aarde aanraken. Het kiest uit een waterkom een voorwerp dat symbool staat voor zijn toekomst: een munt betekent zaken en een palmblad met inscripties staat voor wetenschap. Bij de eerste otonan (verjaardag na 210 dagen) wordt de baby in de gemeenschap verwelkomd en zijn hoofd kaal geschoren. Vanaf zijn derde verjaardag maakt het kind deel uit van de maatschappij.