De traditionele Balinese woning

Van oudsher worden Balinese huizen rond één  of meer binnenplaatsen gebouwd en omgeven door een aarden wal of een stenen muur. De meeste Balinezen voelen zich hierdoor veili­ger. De toegang wordt gevormd door een poortje, met aan weerszijden een nis voor offers. Net voorbij het poortje staat een aling-aling (privacymuur), die het huis be­schermt tegen blikken van buitenaf. Nog belangrijker is echter dat de muur boze geesten tegenhoudt, omdat die geen bochten kunnen maken.

Op het omheinde terrein staan diverse bale, al dan niet open paviljoens die in grote delen van Zuidoost-Azië te vinden zijn. Op Bali worden ze niet op palen, maar op platforms van leem of steen gebouwd. De houten steun­pilaren van een traditioneel pavil­joen moeten net zo staan als de gekapte boom (kruin boven, wortels onder), zodat het bouwwerk ‘rechtop’ staat. Hiervoor wordt een touw rond het midden van de paal geknoopt; als deze wordt opge­tild, is het compactere worteluiteinde zwaarder.


De paviljoens worden geplaatst volgens het hindoeïstisch-boeddhistische idee dat de ver­za­me­­ling gebouwen een mense­lijk lichaam symboliseert. De sanggah of merajan (familietempel) staat in de heilige kaja-kangin-hoek (berg-oosthoek). In het rituele bale dangin (oostpaviljoen) vinden geboorte-, tandenvijl- en huwelijksceremonies plaats, en voorafgaand aan een crematie of begrafenis wordt hier het lichaam gelegd. Dit paviljoen en de centrale binnenhof zijn de romp en de navel. De armen zijn het bale daja (noordpavil­joen), dat bestemd is voor ouderen of ge­trouwde stellen en de familiestukken, en het bale dauh (westpaviljoen), waar ongehuwde familieleden verblijven. De paon (keuken) is de maag, terwijl de lumbung (graanschuur) en het bale delod (paviljoen richting zee), waar wordt ge­slapen, de benen zijn. De lawang (poort) symboliseert de genitaliën, de vuilnis­kuil de anus. Buiten het omheinde terrein kan een apart gedeelte liggen met varkensstallen, kokospalmen en fruitbomen, en waar eenden en kippen rondscharrelen. Ook kan er een semer (bron) aanwezig zijn. Een lage muur markeert de grens tussen de menselijke en de dierenverblijven. Het ontwerp van de bouwwerken is voor een arme of rijke familie gelijk; alleen de gebruikte materialen verschillen.

Bij traditionele houtverbindingen worden geen spijkers, maar houten wiggen gebruikt. Deze zorgen voor flexibiliteit tijdens aardbevingen: de gebouwen zwaaien dan heen en weer en storten niet zo gauw in. Door de klei­ne ramen of de afwezigheid ervan kan het binnen tame­lijk donker zijn. Het meubilair is vaak alleen een bed en een kast of een tafel. De daken werden vroeger bedekt met ge­droog­de graszoden, maar tegenwoor­dig ge­bruikt men vaak lemen dakpannen.

Alle rechten voorbehouden © InfoBali.nl - Privacy - Links - Contact
Naar Boven