- Bali
- Reizen Bali
- Verblijf
- Bezienswaardigheden
- Activiteiten
- Klimaat & Omgeving
- Overige Informatie
Religie en rituelen
Religie is niet weg te denken uit het dagelijks leven op Bali. In plaats van op vakantie te gaan, bijvoorbeeld, besteden de Balinezen hun vrije dagen vaak aan het bijwonen van ceremonies. Het canang-offer – gevuld met bloemblaadjes en wierook – dat ergens wordt neergelegd, de baby die voor het eerst de grond raakt, de ambachtsman die de trekken van een mythologisch wezen uitsnijdt en de as die in zee wordt gestrooid: het heeft allemaal te maken met de Balinees-hindoeïstische passie voor een authentiek bestaan. Bezoekers dienen zich te realiseren dat crematies en andere ceremonies geen toeristische attracties zijn, maar daadwerkelijk religieuze aangelegenheden; het feit dat de Balinezen buitenstaanders toestaan bij dergelijke gebeurtenissen aanwezig te zijn, doet niets af aan de religieuze betekenis ervan.
De Balinese religie wordt Agama Hindu Dharma of Agama Tirta genoemd, de religie van het heilige water. Water speelt een belangrijke rol bij diensten en rituelen. Bali is het enige eiland van Indonesië – het grootste islamitische land ter wereld – waar het hindoeïsme de grootste religie is.
Al sinds lang zien de Balinezen het universum als een gestructureerd geheel waarin alles een eigen plaats heeft. Daarnaast erkennen ze het dualisme in de natuur: man en vrouw, goed en kwaad, dag en nacht, leven en dood. Orde en harmonie worden gepersonifieerd door goden die op bergtoppen wonen en mensen hun zegen geven. Demonen huizen diep in de zee en symboliseren chaos. Om de levenskrachten te danken en rampen als aardbevingen en epidemieën te voorkomen dienen regelmatig offers te worden gebracht.
Het boeddhisme was in de 7e eeuw de religie van Bali’s eerste koninkrijken, maar verenigde zich drie eeuwen later met het hindoeïsme toen de Balinese koning Udayana met een Javaanse hindoeprinses trouwde. In de 16e eeuw ontvluchtten priesters Java vanwege de daar oprukkende islam. Deze priesters introduceerden op Bali het kastenstelsel en positioneerden zichzelf boven aan de hiërarchie.
De hogere goden van Bali zijn hindoeïstisch en boeddhistisch en allemaal manifestaties van Sanghyang Widi Wasa, de Oppergod van het universum. Siwa (Shiva), de vernietiger en reïncarnator, staat bij de aanbidding centraal. Ook Brahma, de schepper, en Wisnu (Vishnu), de beschermer, worden aanbeden. In sommige tempels is er voor deze goden een heiligdom met drie zitplaatsen. Dit heiligdom wordt bij ceremonies kleurig versierd: rood voor Brahma, wit voor Siwa en zwart voor Wisnu. De Balinezen aanbidden ook een aantal voorouders en geesten van bergen, meren, rivieren en bomen. Andere Indiase invloeden zijn het geloof in de ziel en de gedachte dat elke actie een reactie oproept. Reïncarnatie wordt veroorzaakt door ongepast gedrag. Het doel is om de cyclus van hergeboorte te ontvluchten en een te worden met het goddelijke Opperwezen.